Nieuws

‘Patiënt moet zich geen zorgen hoeven maken of basisgegevens wel bekend zijn’

Publicatie datum: 13 september 2018
  • #BgZenzibsimplementatie

‘Een patiënt moet zich geen zorgen hoeven maken over de vraag of je basisgegevens zoals je allergieën en je medicatie wel bekend zijn bij je zorgverlener. Dat is wat mij betreft de belangrijkste waarde van de Basisgegevensset Zorg', stelt nefroloog en CMIO Marc Seelen van het UMCG.

Schermafbeelding 2019 11 26 om 13.44.39 111954827706
Marc Seelen, nefroloog en CMIO in UMCG

‘De belangrijkste waarde van de Basisgegevensset Zorg? Dat een patiënt straks, waar die zich ook bevindt, zich geen zorgen hoeft te maken over de vraag of je basisgegevens zoals je allergieën en je medicatie wel bekend zijn bij je zorgverlener. Dat gevoel is heel belangrijk, het reduceert onzekerheid bij patiënten.

BgZ onderdeel mentale verandering zorgverleners

Voor zorgverleners is de invoering van de BgZ een belangrijk onderdeel van een mentale verandering. In een steeds digitalere omgeving met nieuwe mogelijkheden denken veel zorgverleners nog steeds analoog. Ze zijn gewend aan hun eigen manier van vastleggen met veel vrije velden. Dat moeten we ombuigen naar een andere, uniforme manier van werken. De uitdaging is om te laten zien wat het oplevert in de praktijk, dat het zin heeft, dat we daardoor betere zorg kunnen bieden.

BgZ van techniek naar functioneel

In het UMCG hebben wij sinds kort een nieuw epd dat is gebaseerd op de zibs, de zorginformatie bouwstenen. De BgZ is ingebouwd in onze systemen en ook vindbaar. Technisch ziet het er netjes uit. Nu zitten we in de fase dat we moeten kijken of het ook functioneel is. In hoeverre leggen zorgverleners deze BgZ-gegevens ook daadwerkelijk vast? Dat gaan we de komende tijd onderzoeken. En lukt het om de BgZ uit te leveren aan andere zorginstellingen?

 

We hebben wel al gegevens ontvangen, vanuit het ziekenhuis in Leeuwarden. Dan zie je hoe het werkt, dat het werkt, waar je het voor doet en wat het oplevert. Zulke praktijkervaringen zijn heel waardevol. In dit geval gaat het om twee ziekenhuizen die beide een Epic-epd hebben. Dus het is nog geen waarborg dat uitwisseling met andere zorgverleners ook lukt.

 

Het belangrijkste is in mijn ogen nu dat landelijk wordt bepaald dat leveranciers geen keuze hebben, dat zibs en BgZ ingebouwd móeten worden bij alle leveranciers. Daar worden nu goede stappen in gezet.

BgZ koppelen aan onderwerpen die meer leven bij zorgverleners

Voor de mentale verandering is het de uitdaging in alle huizen voor iedereen in een rol zoals ik, om te zorgen dat mensen de BgZ ook echt gaan vastleggen. Het helpt enorm als je aansluit bij onderwerpen die meer leven onder collega zorgverleners. Dat geldt bijvoorbeeld voor registratielast. We zijn in ons ziekenhuis nu bezig om kritisch te kijken naar rapportages: welke informatie is niet betekenisvol is en kunnen we schrappen? Die insteek gebruiken we nu bij het verhaal over eenduidig vastleggen en de BgZ. Want je kunt alleen betekenisloze rapportages schrappen als we extra inzetten op het goed en slim vastleggen en delen van informatie die wél betekenisvol is, zoals de basisgegevens van patiënten die iedereen nodig heeft. Die gegevens kun je dan ook nog hergebruiken voor overdracht, verantwoording, kwaliteitsregistraties en onderzoek.

 

Soms is de winst van anders vastleggen heel verrassend. Binnen Epic kun je bijvoorbeeld analyses doen aan de hand van associaties. Daardoor hebben we door een combinatie van verschillende diagnoses bij een aantal patiënten een ziektebeeld geïdentificeerd waar op grond van de twee losse diagnoses niet aan gedacht was. Zo’n associatie kan alleen gevonden worden als de diagnoses goed en eenduidig zijn ingevoerd. Daar waren we anders nooit bij uitgekomen.

Taal en techniek belangrijk

Taal en techniek zijn allebei heel belangrijk bij implementatie en gebruik van de BgZ.

Vroeger spraken artsen latijn met elkaar. Dan begreep je elkaar onderling binnen je eigen domein en het gaf een exclusief gevoel. Zo heeft elke groep zijn eigen taal of het nu advocaten, artsen of ict-ers zijn. Daarmee kun je binnen je eigen groep heel effectief communiceren. Maar als vakgebieden samenkomen en steeds meer gaan overlappen zoals in de zorg, dan ontstaat de behoefte aan transparantie zodat anderen ook snappen wat er gebeurt. En dat heeft gevolgen voor de taal.

 

Ook de techniek moet mee veranderen. Dat je heel precies moet coderen bij zibs en dus ook voor de BgZ, geeft nu eerder het gevoel van registratielast, dan bij een vrij veld. De BgZ voelt voor een dokter ‘houterig’, je zit nog vast aan een strak format. Maar de systemen zullen steeds intuïtiever worden, waarbij je je nauwelijks meer realiseert dat je uniform aan het vastleggen bent, dat doet het systeem voor je. Het is nog toekomstmuziek, maar er wordt zelfs al gewerkt aan de mogelijkheid om spraak om te zetten naar uniforme vastlegging. Het intuïtiever maken van systemen is wel een technische uitdaging die je niet alleen van ict-ers kunt verwachten. Bij al deze ontwikkelingen is input van zorgverleners onmisbaar.

Moeilijke maar leuke fase

We zitten nu in een moeilijke fase, maar ook wel een leuke vind ik persoonlijk. De groep die mee gaat denken vanuit zorgverleners wordt steeds iets groter. Eerst waren het alleen de CMIO’s zoals ik, nu is er een al een grotere groep zorgverleners die de principes snappen en het verhaal goed kunnen vertellen. We zijn er aan toe om een derde cirkel zorgverleners te bereiken

BgZ als middel, geen doel op zich

Niet iedere dokter hoeft te weten wat de BgZ is. In deze fase is het voor iedereen die betrokken is bij de implementatie en verdere ontwikkeling wel belangrijk om te weten wat zibs zijn, hoe de BgZ is ontstaan. De BgZ is een middel om ergens te komen, geen doel op zich. Als de werkwijze goed in het brein zit van dokters, maakt het niet meer uit hoe het heet of wat voor model erachter zit.’